Sportscholen stappen naar rechter wegens beperkingen bij heropening

nu.nl
dinsdag 25 mei 2021

De stichting Fitness Is Medicijn spant een kort geding tegen de Nederlandse Staat aan. De stichting wil dat de sportscholen volledig open mogen, "omdat de situatie nu disproportioneel is, zeker gezien de aanstaande versoepelingen". Op de basiscoronaregels na, wil de stichting geen verdere voorwaarden voor de sportscholen, aldus juridisch adviseur Karim Aachboun.

Volgens Aachboun is het jongste besluit van het demissionaire kabinet om de sportscholen onder voorwaarden te openen, genomen op basis van een medisch advies van het Outbreak Management Team. Dat mag door de rechter getoetst worden op basis van een volledige belangenafweging, zegt hij.

In Nederland zijn de sportscholen sinds woensdag 19 mei weer onder voorwaarden open. In binnensportlocaties mogen maximaal dertig mensen aanwezig zijn en moet iedereen 1,5 meter afstand houden. Buiten geldt ook het maximumaantal van dertig mensen voor sporten in groepen. De stichting wil van deze coronaregels af.

Daarnaast is Aachboun van mening dat de reisbewegingen, die volgens het kabinet een belangrijk argument zijn om de sportscholen voor een flink deel gesloten te houden, met heropening juist beter gemonitord kunnen worden.

"Als je naar de sportschool gaat, moet je met een pasje binnenkomen. Buiten sporten wordt juist niet geregistreerd. Daarnaast zullen de reisbewegingen niet toenemen, omdat de meeste mensen sporten in de buurt van waar ze wonen." Bij de stichting zijn nu 74 sportscholen aangesloten.

Fitnessbranche stapt ook in België naar rechter

Fitness.be, de beroepsvereniging voor de Belgische fitness- en wellnessindustrie, steunt de eis en spant met hulp van de stichting een soortgelijk kort geding aan tegen de Belgische staat. Deze zaak dient woensdag 26 mei bij de rechtbank in Brussel. In België mogen fitnessclubs vanaf 9 juni onder voorwaarden weer gedeeltelijk open.

De zaak tegen de Nederlandse Staat wordt donderdag 27 mei behandeld bij de rechtbank in Den Haag. Er wordt geen financiële vergoeding geëist, benadrukt Aachboun. "Dit omdat iedere branche schade heeft geleden. Het is een rekening die we met zijn allen moeten betalen."